Valentin Capony (Lyon, 1990) place le corps au centre de sa pratique de la gravure. Elle devient dès lors un outil pour enregistrer les empreintes du corps sur le papier, sa gestuelle et son déploiement dans l’espace. Valentin utilise son corps tout entier pour graver, ses gestes prenant la forme d’une chorégraphie autour du support avec lequel il s’efforce d’être en complète symbiose. Théâtrales, les performances qui mènent à ses pointes sèches sont des œuvres en soi dont il reste une trace, une présence, un souvenir, sur le papier. Les formes sont élémentaires mais semblent toujours en mouvement, comme le prolongement du processus de création. L’artiste crée ses propres outils, toujours plus inventifs, pour creuser dans le métal avec des gestes répétés des heures durant. En valorisant ces mouvements répétés, qui dictent généralement les titres de ses œuvres comme pour la série To Rake (ratisser), l’artiste tente notamment de rappeler la beauté des gestes pourtant aliénants du travail ouvrier. Pour réaliser l’installation Harvest, une succession d’impressions monotypes sur du papier japon extrêmement fin en suspension, Valentin a reproduit le geste du terrassier. Ce qui l’intéresse, c’est ce contraste entre le souvenir d’un geste utile et le résultat poétique et délicat de l’œuvre à laquelle la succession de couches et la translucidité du papier donnent de multiples visages.
Délesté de ses outils de gravure, Valentin n’utilise parfois que le poids de son corps en mouvement pour créer, comme dans le cadre du projet Crawling (ramper), où il rampe sur du papier en contact direct avec la matrice. À la manière des anthropométries d’Yves Klein, il invite à d’autres occasions des danseuses à glisser sur le papier en contact avec la plaque de gravure. Le temps du processus, le corps en cadence, libre, se fige à jamais sur le papier. Crawling est pour Valentin une façon de transformer le poids du monde et de son effondrement en une énergie créatrice, porteuse d’espoir.
Valentin Capony (Lyon, 1990) places the body at the heart of his engravings, recording imprints on paper and its actions in the space. Valentin uses his entire body in his work, his movements choreographed, symbiotic with his art. His theatrical performances are work in themselves, and leave a trace of elementary forms on the paper, seemingly in motion, an extension of the creative process. Using his own inventive tools to engrave, his repetitive movements working the metal dictate the titles of his work. To Rake recalls the beauty of isolated, laborious tasks. Harvest echoes the motion of a digger in a succession of mono-prints on fine Japanese paper. Valentin is interested in the contrast between the functional movement and the poetic, delicate result on a succession of translucent layers of paper.
Without engraving tools, Valentin uses only his body weight to create, as in Crawling where he crawls directly onto paper. As in Yves Klein's anthropometries, other dancers slide onto the engraving plate allowing the free phases of movement to become fixed onto paper. It is a way of transforming the weight of the world and its collapse, into a creative energy that brings hope.
In zijn etskunst stelt Valentin Capony (Lyon, 1990) het lichaam centraal. Het wordt een instrument om de afdrukken van het lichaam op het papier, zijn gebaren en zijn ontplooiing in de ruimte vast te leggen. Valentin gebruikt bij het etsen zijn hele lichaam, waarbij zijn gebaren de vorm aannemen van een choreografie rond de drager waarmee hij een volledige symbiose probeert tot stand te brengen. De theatrale performances die leiden tot zijn drogenaaldetsen, zijn werken op zich waarvan op het papier een spoor, een aanwezigheid, een herinnering achterblijft. De vormen zijn elementair, maar lijken altijd in beweging, als een verlengstuk van het creatieve proces. De kunstenaar creëert zijn eigen gereedschap, steeds inventiever, om urenlang met repetitieve gebaren in het metaal te kerven. Door de nadruk te leggen op deze herhaalde bewegingen, die meestal de titels van zijn werken bepalen, zoals in de serie To Rake (uitkammen), probeert de kunstenaar de schoonheid van de vervreemdende gebaren van handenarbeid op te roepen. Voor de installatie Harvest, een opeenvolging van monotypes op uiterst fijn Japans papier, opgehangen op metalen structuren, reproduceerde Valentin het gebaar van de grondbewerker. Hem interesseert het contrast tussen de herinnering aan een nuttig gebaar en het poëtische en delicate resultaat van het werk, waaraan de opeenvolging van lagen en de doorschijnendheid van het papier meerdere gezichten geven.
Soms laat Valentin zijn tools om te etsen achterwege en gebruikt hij alleen het gewicht van zijn lichaam-in-beweging om te creëren, zoals bij het project Crawling, waar hij over papier kruipt dat in rechtstreeks contact staat met de matrix. In de trant van de antropometrieën van Yves Klein nodigt hij ook dansers uit om over het papier te glijden in contact met de etsplaat. Het lichaam, in vrije cadans, vereeuwigt zich tijdens dit proces op het papier. Voor Valentin is Crawling een manier om het gewicht van de wereld en zijn ineenstorting om te zetten in een creatieve energie die hoop brengt.