Vincent Chenut (Paris, 1985) a une approche singulière du dessin. Au travers d’un vocabulaire tantôt abstrait, tantôt figuratif, l’artiste dépasse la question de la représentation pour ne s’intéresser qu’au vaste sujet qu’est la matière. Il explore toutes les facettes de son support de prédilection, le papier, qui devient le lieu d’une expérimentation sans fin et l’objet d’une constante métamorphose plastique. Après être passé dans son atelier, le papier peine à se faire reconnaître: il a été décomposé, déchiré, gratté, plié, incisé, arraché, soulevé, en un mot dénudé… pour se rapprocher de ses états originels, ou au contraire, anticiper sa propre détérioration. Vincent traite le papier comme un être vivant dont il est difficile de figer l’apparence. Son épaisseur, sa fibre, ses pigments, ses formes – souvent géométriques – composent un langage autonome révélant toutes les richesses d’un matériaux. Les outils utilisés par l’artiste sont variés et non conventionnels, de même que ses papiers qu’il récupère à toutes les occasions possibles. Rappelant l’arte povera ou encore les affiches lacérées de Jacques Villeglé, le travail de Vincent hésite entre délicatesse et violence, entre rigueur et spontanéité.
L’artiste joue sur les qualités du papier, sa transparence, sa texture, et se sert de la couleur pour démarquer les différents traitements qu’il fait subir au support. Il se plaît également à recouvrir directement la surface de murs ou d’objets usuels, son travail prenant dès lors encore davantage l’aspect d’une peau ou d’une écorce composée de strates qu’il faut « déchiffrer ». Monumental, le dessin En-dehors se rapproche d’une intervention in situ tant il envahit l’espace par son format et ses formes dynamiques. Voilà une autre façon pour l’artiste de créer cette vibration par la matière, la couleur et la forme.
Vincent Chenut (Paris, 1985) has a distinctive approach to drawing. Through a vocabulary that is sometimes abstract, sometimes figurative, the artist goes beyond the question of representation to focus on the vast subject of matter. He explores every facet of his favourite medium, paper, which becomes the subject of endless experimentation and the object of a constant visual metamorphosis. After passing through his studio, paper struggles to be recognized as such. It has been decomposed, torn, scratched, folded, cut, ripped, scrunched, indeed stripped down to somehow get closer to its original state or perhaps in anticipation of its own demise. Vincent treats paper as organic matter, and one difficult to confine. Its thickness, fibres, pigments and often-geometric shapes compose an autonomous language that reveals its richness. Vincent uses a variety of unconventional tools and paper, sourcing it from every possible opportunity. His work is reminiscent of arte povera and Jacques Villeglé’s torn posters, delicate yet violent, meticulous yet spontaneous.
The artist plays with the qualities of paper, with transparency, texture and colour to demarcate his differing techniques. Surfaces of walls and everyday objects are covered, like skin or bark, in layers that must be ‘deciphered’. The monumental En-dehors is an intervention in situ, invading the space with its dynamic configuration, resonant with substance, colour and form.
Vincent Chenut (Parijs, 1985) benadert tekenen op een heel eigen manier. Met een vocabulaire dat soms abstract, soms figuratief is, overstijgt de kunstenaar de kwestie van de representatie om zich enkel te focussen op het brede onderwerp dat de materie is. Hij verkent alle facetten van zijn favoriete medium (papier), dat de plaats wordt van eindeloze experimenten en het voorwerp van een voortdurende plastische metamorfose. Nadat het papier door zijn atelier is gegaan, vecht het voor herkenning: het is ontleed, gescheurd, bekrast, gevouwen, ingesneden, uit elkaar getrokken, opgetild, in één woord uitgekleed... om dichter bij zijn oorspronkelijke staat te komen, of integendeel, om vooruit te lopen op zijn eigen aftakeling. Vincent behandelt papier als een levend wezen waarvan het uiterlijk moeilijk vast te pinnen is. Zijn dikte, zijn vezels, zijn pigmenten, zijn (vaak geometrische) vormen versmelten tot een autonome taal die alle rijkdom van een materiaal onthult. De instrumenten die de kunstenaar gebruikt zijn gevarieerd en onconventioneel, net als de papieren die hij recupereert bij elke gelegenheid die zich aandient. Het werk van Vincent doet denken aan de arte povera of aan de in stukken gescheurde affiches van Jacques Villeglé en balanceert tussen verfijning en geweld, tussen gestrengheid en spontaniteit.
De kunstenaar speelt met de kwaliteiten van het papier, met zijn transparantie en textuur, en gebruikt kleur om de verschillende behandelingen die hij aan het medium geeft van elkaar te onderscheiden. Hij bedekt ook graag rechtstreeks het oppervlak van muren of alledaagse voorwerpen, zodat zijn werk het uiterlijk krijgt van een huid of schors die bestaat uit lagen die "ontcijferd" moeten worden. De monumentale tekening En-dehors lijkt op een in situ interventie, zozeer dringt zij met haar formaat en dynamische vormen de ruimte binnen. Ziehier een andere manier voor de kunstenaar om via materie, kleur en vorm dit gevoel te wekken.